Complementaire zorg gaat uit van het unieke van de mens, waardoor verpleegkundige interventies aangepast worden aan de zorgbehoefte van de patiënt. Ook de voeding zal aangepast dienen te worden aan de bouwstenen, waaruit het lichaam is opgebouwd. Die is voor elk mens net weer iets anders. De verpleegkundige diagnose wordt gesteld door onderzoek. Bij de PNI wordt goed gekeken, welke emotionele of onbewuste processen een rol spelen bij het ontstaan van ziekte. Daarna volgt in overleg met de patiënt verpleegkundige interventies en begeleiding. Door deze individuele benadering wordt herstel bevorderd en ziekte voorkomen.
Lichaamseigen stoffen is het uitgangspunt van de ortho-moleculaire geneeskunde. Als deze in voldoende mate aanwezig zijn kunnen alle systemen optimaal functioneren. Hierdoor voorkomt men ziekte. Een groot voordeel van voedingstherapie is, dat het met alle andere therapieën kan worden gecombineerd. Het zelfgenezend vermogen wordt dan extra gestimuleerd.